'Actie levert snel €5.000 op’

Boerderij Vandaag - 22 februari 2013


Wat is het probleem waar veehouders nu tegen aan lopen?

Edward Ensing van zaadbedrijf Barenbrug breekt een lans voor vroeger starten met weiden van koeien. Het levert geld op en het eerste maaimoment valt dan later waardoor er meer stengel en eiwit in het gras zit.

Weidegang is hét middel om geld te verdienen én tot een betere kwaliteit eerste snede te komen, vindt Edward Ensing, productmanager grassen en inkuilmiddelen bij Barenbrug in Nijmegen.

‘Het almaar teruglopende eiwitgehalte in eerste snede kuilen is vaak een kwestie van te laat maaien. Als er op tijd gemaaid wordt, bij 3500 kilo droge stof, is er nog zo’n 17 tot 18 procent ruw eiwit in het gras. Maar de veehouders komen dan voor een dilemma. Want begin mei is er bij 3500 kilo drogestof nog te weinig stengel in het gras zodat ze wachten met maaien. Door de toenemende drogestof daalt het ruw eiwitgehalte tot waarden rond 13 á 14 procent.’


Hoe is dat te voorkomen?

‘Voor de meeste boeren is vervroegde weidegang een zeer zinvolle optie.’

Hoe biedt vroege weidegang oplossing?
‘Door de koeien al rond 10 april naar buiten te doen vreten ze de eerste snede op. Het gras dat daarna beschikbaar komt voor maaien zal in de laatste week van mei dan gemaaid kunnen worden. Dat levert dan 3500 kilo drogestof en het bevat genoeg eiwit én stengel omdat de meeste grassen rond 25 mei hun doorschietdatum hebben.’

Dat levert wel beweidingsverliezen?
‘Klopt. De beweidingsverliezen zijn ongeveer 22 procent. Maar de inkuil- en bewaringsverliezen zijn ook gemiddeld 22 procent. Door de koeien het gras zelf op te laten halen scheelt dat dus bewerkingskosten. Daar krijgen ze wel wat ander werk voor terug: koeien naar buiten doen vraagt wel wat organisatietalent.’

Hoeveel levert de boer dat op?
‘Het voordeel zit vooral in de eerste maanden. Tussen 10 april en 1 juni gaat het om 1 euro per koe per dag. Bij een koppel van 100 koeien levert een actie dus snel €5.000 op. Dat blijkt uit vergelijkingen van meerdere accountantskantoren van de kosten van weidegang versus maaien.’

Wat is uw belang in deze kwestie?
‘Er zijn meer oplossingen denkbaar voor het dilemma eiwit of structuur. Boeren die te weinig huiskavel hebben voor beweiding kunnen Structuur verbouwen, een mengsel waarin zowel structuur als voederwaarde haalbaar is. Dat is een commercieel belang. Maar bovenal vind ik, als boerenzoon en door mijn betrokkenheid bij boeren, dat ze meer uit hun gras zouden moeten halen.  De gemiddelde opbrengst is nu tussen de 9 en 10 ton drogestof per hectare, terwijl wij op proefvelden 15 ton realiseren. Er is dus nog veel mogelijk. Door meer gras en dan vooral eiwit van een hectare grasland te halen voorkom je de aankoop van duur eiwit, met daarin ook veel fosfaat dat je later weer moet afvoeren.

Ik ben ervan overtuigd dat de boeren die het graslandbeheer goed in de vingers hebben, ook degenen zijn die het langs boer zijn en blijven. Veel boeren zien grasland en beweiding als een sluitpost, maar beter is om het als een startpunt te beschouwen.’