Schietend gras wordt door de koeien zeer slecht opgenomen en de voerderwaarde daalt met meer dan 150 VEM. Daardoor zijn die percelen vervolgens niet meer bruikbaar voor beweiding. Onderzoek in Ierland laat zien dat bij het toepassen van weidegang de late grasrassen beter tot hun recht komen. Zoveel mogelijk goed vers gras produceren om tegen lage kosten te melken, is daar de doelstelling. Late rassen produceren meer gras in de zomer en het najaar zodat koeien jaarrond kunnen beschikken over een goede en voedzame weide en veehouders minder (kracht)voer hoeven aan te kopen. Het schieten komt bij late rassen zeven tot zeventien dagen later op gang. Dit speelt allereerst in de maand mei, hét moment waarop de eerste snede geoogst wordt en koeien vaak voor de tweede ronde in percelen ingeschaard worden. Door het later schieten, kunnen veehouders in deze periode veel flexibeler met de percelen omgaan. Zolang het gras niet doorschiet, zou er opnieuw ingeschaard kunnen worden. Ook een maaiperceel kan een week langer blijven staan zonder kwaliteitsverlies, bijvoorbeeld in een periode wanneer het veel regent.