Management van invloed op benutting mineralen

Management en grasmengsels van invloed op benutting mineralen.

Het management op melkveebedrijven is van grote invloed op de benutting van mineralen. Melkveehouders kunnen de efficiëntie verder verbeteren met andere grasmengsels.

Kansen zitten in de bodem

Het optimaliseren van de mineralenbenutting op een melkveebedrijf kan op meerdere facetten in de bedrijfsvoering. Uit onderzoek blijkt echter dat de winst die melkveehouders kunnen behalen bij  de mineralenbenutting ín de koe niet groot is. Neem stikstof. Koeien benutten 20 tot 30 procent van dit mineraal, blijkt uit onderzoek van accountantsbureau Countus. De rest verlaat de koe weer via de mest. Omdat de spreiding tussen bedrijven onderling niet groot is, is hier weinig winst te behalen.


Anders ligt dat bij de stikstofbenutting in de bodem. Hier is juist heel veel winst te behalen voor melkveehouders. Sommige bedrijven weten 90 procent van de stikstofmineralen te benutten terwijl anderen niet verder komen dan 30 procent. Bij de benutting van fosfaat lopen deze getallen uiteen van 50 tot 100 procent.



Het bedrijfsmanagement dat de veehouder aan de dag legt, is de meest bepalende factor wat betreft het benutten van mineralen. Goed bodembeheer, graslandmanagement, ruwvoerwinning en in- en uitkuilmanagement, voorkomen dat mineralen verloren gaan. Melkveehouders die dit goed in de vingers hebben, kunnen hun bedrijf verder ontwikkelen via een hogere gewasopbrengst (lees: hogere melkproductie) bij dezelfde hoeveelheid aangewende mest.

 

Worteldiepte 105 cm

Als het bedrijfsmanagement op orde is, kunnen veehouders de mineralenbenutting in de bodem verder verbeteren door gebruik te maken van andere grasmengsels. Vooral de worteldiepte van gras bepaalt hoeveel mineralen er verloren gaan. Engels raaigrassen wortelen maximaal tot een diepte van 25 centimeter. Rietzwenk wortelt veel dieper tot 105 centimeter. Het grote wortelstelsel krijgt het voor
elkaar om vrijwel geen mineraal verloren te laten gaan. Wat betreft de benutting van stikstof realiseren mengsels met zachtbladig rietzwenk een efficiëntie van 96 procent. De verschillende typen Engelse raaigrassen komen niet verder dan een efficiëntie van 40 tot 80 procent. Kortom: zachtbladig rietzwenk is gunstig voor de KringloopWijzer en veehouders produceren meer graseiwit waardoor er minder eiwitgrondstoffen aangekocht hoeven te worden.


Zachtbladig vs. hardbladig

Rietzwenk stond in het verleden bekend om zijn hoge opbrengst, hardbladigheid en een lage voederwaarde. Barenbrug is er in geslaagd zachtbladig rietzwenk te ontwikkelen met een hoge voederwaarde. Barenbrug verkoopt zachtbladig rietzwenk in graszaadmengsels met het keurmerk NutriFibre.


Naast een diepe worteling en hoge opbrengst en voederwaarde, brengt zachtbladig rietzwenkook de nodige structuur in het rantsoen. Koeien herkauwen meer waardoor ze ook meer speeksel produceren. Hierdoor verloopt de vertering van het voer effectief en is de penswerking optimaal. Mineralen worden maximaal benut en pensverzuring treedt niet op. In combinatie met de hoge voederwaarde van het kuilgras zijn koeien gezonder en geven ze meer melk met hogere gehalten.

 

Nutrifibre

NutriFibre is toegepast in Structuur. Het graszaadmengsels bestaat uit 85% zachtbladig rietzwenkgras.