‘Veel melk uit ruwvoer’

René Knook - Productmanager De Heus VoedersAfhankelijk van de bedrijfssituatie moeten veehouders kiezen voor grasrassen of grasmengsels met specifieke kenmerken, zoals hoge  resistentie tegen kroonroest bij een lager bemestingsniveau, en hoge score op opbrengst op een intensief bedrijf. Op tijd grasland vernieuwen op basis van de juiste keuzes zal bijdragen tot een betere verteerbaarheid en hogere voederwaarde van weidegras en graskuil.


De perfecte graskuil heeft een verteerbaarheid van de organische stof tussen 78 en 80 procent. Bevat een ruw eiwit van 160 tot 185 gram per kilo droge stof afhankelijk van het aandeel mais in het rantsoen. Het drogestofgehalte van de graskuil ligt tussen 350 en 480 gram per kilo, bevat weinig as, geen grond en voldoende suikers (minimaal 60 tot 90 gram per kilo). De genoemde voederwaarden worden direct zichtbaar in het glucose leverend vermogen van de graskuil of het weidegras. Een hoger glucose leverend vermogen geeft meer melk en melkeiwit.


De conserveringsindex is een kenmerk voor het voederwaardeverlies tijdens de conservering. Een hoge index is tevens ook van belang bij het uitkuilen. Graskuilen die broeien met een verhoogde temperatuur van 20 graden Celsius (ten opzichte van de omgevingstemperatuur) verliezen in vijf dagen 100 VEM. Dat is 10 tot 15 procent van de voederwaarde.


Goede grassen, een hoge drogestofopname en veel melk uit ruwvoer moet het motto zijn.

René Knook
Productmanager De Heus Voeders