Plagen

De meest voorkomende plagen én wat je er tegen kan doen op een rij.

Muizen

Muizenschade is eenvoudig te herkennen aan smalle gaten in grond. Schade ontstaat vooral doordat grasplanten loslaten en open plekken ontstaan. Muizen verblijven vooral ’s winters graag in lang gras, waar ze zich kunnen verschuilen voor roofvogels.

Wat is er tegen te doen?
Voorkom dat gras te lang de winter in gaat.
Bestrijd de muizen door het leggen van muizenkorrels in de gangen óf in dunne pvc-buisjes van 20-30 cm lang.
Ploegen is vaak de beste optie, als de muizenpopulatie té groot is.

Emelt

Dit is de larve van de langpootmug. Deze eet wortels, stengels en blad van planten en doodt organisch materiaal. Deze larve kom je vooral bij nieuwe inzaai van oude graslandpercelen tegen en is actief in voorjaar en nazomer. Ook is de larve van de langpootmug makkelijk te vinden door wat grond/planten in een potje zout water te doen.

Wat is er tegen te doen?
Er bestaan bestrijdingsmiddelen tegen emelt. Informeer bij uw leverancier voor advies.

Engerling

De engerling is een larve van de kever en is te herkennen aan de geronde vorm en duidelijk zichtbare kop en poten. De engerling eet de wortels op, waardoor planten contact met de bodem verliezen.
Grote plekken in de wei kunnen hierdoor afsterven. Daarnaast trekken engerlingen vogels aan, die ook weer voor schade zullen zorgen. De engerling is vooral actief in de zomer op lichte zandgronden.


Wat is er tegen te doen?
Gebruik bij lichte schade een roller om contact met de grond te houden.
Bij zware schade is herinzaai onvermijdelijk. Na het ploegen cultiveer meerdere malen om de engerlingen uit te putten.

 

Ritnaald

De larve van de kniptor eet ondergrondse, zachte delen van de plant. Het gras verliest eerst haar groene kleur en sterft vervolgens. De ritnaald kan gevonden worden door een doorgesneden aardappel in de grond te leggen en na 2-3 week te controleren op ritnaald. De ritnaald komt vooral voor in oude, vochtige graslandpercelen met veel organische stof. De meeste schade wordt na 1 tot 2 jaar na nieuwe inzaai gezien. Ritnaald is ook bij mais en aardappelen een probleem.

Wat is er tegen te doen?
Diep ploegen om de ritnaalden ver weg te werken.
Cultiveer meerder malen voor zaaien om de ritnaalden uit te putten.

Slakken

Schade is te herkennen aan afgevreten plantjes, vooral bij nieuw ingezaaid grasland. Slakken zijn vooral actief op vochtige grond, dicht bij slootkanten. De meeste schade ontstaat bij herinzaai na de graanteelt.

Wat is er tegen te doen?
Zorg voor een fijn zaaibed, zonder kluiten waar de slakken kunnen verschuilen.
Strooi slakkenkorrels ter preventie of als schade waargenomen wordt (vraag uw leverancier naar de juiste producten).

Mollen

Mollen komen bijna overal voor en zijn de voornaamste oorzaak van open plekken in de weide. Ze eten vooral wormen, maar ook slakken en insecten. Mollen zijn het hele jaar actief en komen vooral voor op lichte (zand) gronden.

Wat is er tegen te doen?
Bestrijd mollen in een vroeg stadium. Probeer de ‘centrale gangen’ te vinden en plaats hierin mollenklemmen. Controleer en verplaats de klemmen minimaal 2 keer per week.
Bij flinke schade is doorzaaien het beste advies om de weide weer op peil te krijgen.

Rouwvlieglarve

Rouwvlieglarven hebben in vergelijking tot emelten een bruin/zwarte kop. Volwassen larven zijn ca. 5 mm lang. Ze vreten aan het groeipunt van de plant, waardoor deze afsterft. Het gras verkleurt eerst zwart en komt daarna los te liggen. De rouwvlieglarven zijn vooral actief in vroeg voorjaar en herfst.

Wat is er tegen te doen?
Er bestaan bestrijdingsmiddelen tegen de rouwvlieglarve. Informeer bij uw leverancier voor advies.

terug