Een van de oorzaken van het feit dat gras in het voorjaar relatief veel suiker bevat is de combinatie van veel zonuren met koude nachten. De grasplant maakt een natuurlijke antivries aan, waardoor het suikergehalte in de plant stijgt. Daarnaast zal een grasplant in verhouding meer suiker bevatten als de bodem droog is. Hoe droger de bodem hoe moeilijker de mineralisatie op gang komt, waardoor de verhouding suiker ten opzichte van eiwit toeneemt. Grasanalyses uit het verleden laten zien dat het suikergehalte in de eerste snede kan oplopen tot 200 gram per kilo droge stof. Najaarsgras bevat gemiddeld 60 gram suiker per kilo droge stof.
Restsuiker verhoogt kans op broei
Broei komt tot stand als er restsuiker in de kuil aanwezig is. Suiker is nodig voor de conservering van je graskuil. Deze energiebron wordt omgezet in azijnzuur en melkzuur. Bevat het gras meer suiker dan nodig is voor de conservering, dan blijft er een deel achter: restsuiker. Zodra er tijdens het uitkuilen zuurstof bij het ruwvoer komt dient deze restsuiker als voedingsbodem voor schimmels en gisten met broei als gevolg. Broei is funest voor de smakelijkheid en voederwaarde van het ruwvoer. Bovendien is ruwvoer met broei ongezond voor je melkvee.