Maximaal melken van eigen ruwvoer
Het verhogen van het ruwvoeraandeel in het rantsoen is bijzonder interessant binnen de nieuwe fosfaatwetgeving. Het voordeel kan oplopen tot 50.000 euro per bedrijf.
Het verhogen van het ruwvoeraandeel in het rantsoen is bijzonder interessant binnen de nieuwe fosfaatwetgeving. Het voordeel kan oplopen tot 50.000 euro per bedrijf.
Nu de fosfaatwetgeving zijn intrede doet, staat één ding als een paal boven water: maximaal melk produceren uit ruwvoer is interessanter dan het nastreven van de hoogste melkproductie per koe. Hoe meer melk een koe geeft uit eigen ruwvoer, hoe minder krachtvoer en krachtvoergrondstoffen er aangekocht hoeven te worden en hoe efficiënter de mineralen op het bedrijf worden benut. Voor een gemiddeld melkveebedrijf levert het maximaal benutten van eigen ruwvoer een saldovoordeel op van 30.000 tot 50.000 euro per jaar, blijkt uit een onderzoek van accountantskantoor Countus.
De nieuwe regelgeving zorgt er dus voor dat het optimaal benutten van de aanwezige productiefactor ‘grond’ voor melkveehouders bijna letterlijk goud waard is. Feitelijk is dat ook niet vreemd. Voor de ruwvoerproductie kan een melkveehouder namelijk gebruik maken van gratis aanwezige energiebronnen. Want onder invloed van zonlicht zetten bladgroenkorrels kooldioxide (vanuit de lucht) en water (vanuit de bodem) om in glucose en zuurstof. Van de glucose maakt de grasplant cellulose, koolhydraten, suikers én – na opname van stikstof - ook eiwit.
Edward Ensing, productmanager ruwvoer bij Barenbrug, geeft een rekenvoorbeeld. Vers gras kost 5 cent per kg droge stof, ingekuild gras 11 cent per kg droge stof. Een aangekochte krachtvoergrondstof komt uit op een bedrag van ongeveer 25 tot 30 cent per kg droge stof. “Wanneer een melkveehouder de eigen ruwvoerproductie optimaliseert en vervolgens het aandeel ruwvoer in het rantsoen maximaliseert, produceert hij melk tegen de laagste kosten.”
Op veel melkveebedrijven betekent deze nieuwe manier van denken dat er meer melkkoeien gehouden mogen worden binnen de bestaande fosfaatwetgeving. Ensing: “Wanneer een melkveehouder twee koeien per hectare houdt die elk 9.000 liter melk per jaar geven, betekent dit in veel gevallen dat er ruwvoer overblijft. Het is interessanter om meer koeien te houden, die iets minder melk geven, zodat het ruwvoer optimaal wordt benut. Voor een hoger saldo moeten melkveehouders dus meer ‘penscapaciteit’ per hectare creëren.”
Belangrijk bij de ruwvoerteelt is vervolgens om goed beweidbaar gras te telen - waarvan koeien veel opnemen - en dat meer dan vijf jaar mee gaat. Voor de weides in Nederland betekent dit mengsels met Engels raaigras met een toevoeging van timothee. De Barenbrug-mengsels van Barenbrug worden elke jaar opnieuw geoptimaliseerd met nieuwe genetica waardoor productie en smaak hand in hand blijven gaan en u verzekerd bent van de beste kwaliteit en hoogste opname. Vraag de Barenbrug-dealer bij u in de buurt voor meer informatie.
Goed gras kan ook een wat oudere grasmat zijn. Voorwaarde is dat deze regelmatig gewied en doorgezaaid wordt om het aandeel goede grassen hoog te houden. In een weide mogen ook nuttige kruiden aanwezig zijn, zoals witte klaver en rode klaver. Ze vullen op een natuurlijke manier het stikstofverbruik aan waardoor de kostenpost kunstmest naar beneden kan. Ten opzichte van 100 procent gras, vreten koeien van een grasklaver-mengsel 1 kg droge stof per dag meer. Mits er voldoende mais gevoerd wordt, levert dit ook 1 kg melk per koe per dag extra op. Voor meer informatie over onze klavers kunt u terecht op onze website: barenbrug.nl/klavers.
Tim van Noord is melkveehouder in Hellouw (Gld). Voor zijn bedrijf streeft hij naar een maximale melkproductie uit eigen ruwvoer. Daarin slaagt de Betuwenaar aardig. In 2014 produceerden de koeien nog slechts 4.500 kg meetmelk per hectare uit eigen ruwvoer, in 2017 was dat gestegen tot ruim 8.000 kg bij een totale melkproductie van ruim 9.000 kg melk.