Omschakeling naar biologisch landbouwbedrijf

In Sint-Lievens-Houtem treffen we Herman D’Hauwe aan. Sinds 1992 als 8ste generatie binnen het bedrijf, met de 9de generatie in de steigers, is het bedrijf rijk aan geschiedenis en traditie. De boerderij zelf staat er al sinds midden de jaren 1640. Toch koos vader Herman voor een serieuze ommezwaai in 2016. Naar aanleiding van gezondheidsproblemen besloot hij om te schakelen naar een volledig biologisch landbouwbedrijf.

“Ik wil het biologisch verhaal verderzetten,” steekt Herman van wal, “in tegenstelling tot wat veel mensen beweren, is bioteelt wél rendabel. We hebben volledige controle over de voeding; we weten wat onze dieren eten, waar het vandaan komt, en plukken daar met veel plezier de vruchten van. De biodiversiteit in onze velden is enorm rijk. Dat is fijn om te zien.” D’Hauwe erkent het belang van biologische landbouw, al is het zeker geen evident verhaal.

 

Beperkt aanbod biologisch voer

“Biologisch krachtvoer is niet alleen onbetaalbaar, het aanbod is ook zeer beperkt. Het is dus essentieel dat we een gezonde mix kunnen samenstellen” aldus de Vlaamse veehouder. De bedoeling is om op termijn een stevige voorraad biovoer op te bouwen. Dat lukt aardig, maar door de recente omschakeling is er momenteel nog geen grote buffer.

 

Samenstellen van het voer

“We hechten veel belang aan de samenstelling van het voer. We geven een mix van gras van de tweede en vierde snede, aangevuld met maïs.” Door de slechte oogst van 2020 is de voorraad MKS uitgeput. “Per hectare hebben we ongeveer 3 ton droge stof per snede. Dankzij Bonsilage halen we wel een hoog rendement op ons kuilvoer.” Het inkuilen wordt uitbesteed aan loonwerkers. “Zij hebben de nodige apparatuur, en werken hard door om de 75 hectaren zo snel mogelijk in te kuilen. In tegenstelling tot andere veehouders, schudden we quasi nooit.” Uitkuilen gebruikt in plakken van 5 à 10 centimeter dikte, waarna het met de voerrobot over de stal verdeeld wordt. De 130 runderen kunnen vanaf het voorjaar 24 uur per dag terecht op het weideland. “Ze kunnen elk moment hun toevlucht zoeken in de stal. We halen ze uiteraard dagelijks binnen voor het melken.” Het rendement ligt met gemiddeld 34 liter hoog, zeker voor een bio-bedrijf.

 

Omzetting naar propyleenglycol

“Zelf gebruiken we Bonsilage Fit gras nu een 5-tal jaren. Op advies van vertegenwoordiger Marc Verhofstede zijn we het beginnen te gebruiken. Eén van de grootste voordelen is de omzetting naar propyleenglycol; om onze erkenning als bio-landbouwbedrijf te behouden, mogen we geen propyleenglycol toedienen. Dit moet dus uit de voeding komen. Dat is voor ons de belangrijkste reden; doordat de restsuikers en het melkzuur omgezet worden, blijven de dieren gezond en krijgt de productiviteit een stevige boost. Daarnaast speelt ook de betere conservering voor ons een rol.” “Dankzij Bonsilage hebben we niet alleen veel betere gehaltes. Ook het rendement is een stuk hoger.” Dat neemt niet weg dat er best wat uitdagingen zijn; biologisch krachtvoer blijft een grote uitdaging – momenteel wordt daarop ingezet door veldbonen te kweken; door die te toasten is er een goede aanvulling van DVE. “Soja zou nog beter zijn, maar daar is de omgeving nog niet klaar voor.”

 

Bijkomend voordeel van het gebruik van de producten is dat de kuil veel beter ruikt – vooral het najaarsgras. “We gebruiken de Bonsilage Forte nu reeds 7 of 8 jaar – we merken aan de koeien dat ze meer eetlust, en dus een betere productie, hebben. We vertrouwen op zowat het hele gamma – het is zeker voor ons als bio-veehouderij de moeite waard om te investeren in de kwaliteit van onze voeding.” D’Hauwe volhardt in zijn aanpak en gelooft in de toekomst van bio. “Het is een kwestie van gezond verstand. De toenemende aandacht voor bio, de focus op gezonder leven en belangstelling voor lokale productie bewijzen dat we de juiste beslissing hebben genomen.”

 

Wil je ook het verhaal lezen van melkveehouder Rys uit Maldegem? Klik dan hier!

 

 

terug