Veel groenbemesters zijn goede tot soms zeer goede waardplanten voor het wortellesieaaltje. Teelt van deze groenbemesters zorgt voor een toename van de besmetting. Tot dusver was er nog onvoldoende bekend over effecten van grasgroenbemesters op de vermeerdering van de schadelijke plantparasitaire aaltjes. Daarom doet Wageningen University & Research (WUR) er onderzoek naar in samenwerking met een aantal kwekers van groenbemesters, in de PPS Groenbemesters. “We kijken wat de groenbemesters doen met de bodembiologie en de populatie van plantparasitaire aaltjes. In 2020 hebben we op een proefveld in Groesbeek een eerste praktijkproef gedaan. In deze praktijkproef was Japanse haver, die geen waardplant is voor het wortellesieaaltje, als referentie meegenomen. “Tegen de verwachting in, vonden we na de teelt van Japanse haver toch een hoge besmetting met P. penetrans. Mogelijk ging het hier om een afwijkende, virulentere populatie. Dezelfde resultaten zien we terug in de pottenproef die is uitgevoerd met grond van dit perceel. Eenduidige conclusies trekken uit die praktijkproef is lastig. We doen nog verder onderzoek naar deze populatie wortellesieaaltjes”, aldus Johnny Visser (WUR). Op proefbedrijf Vredepeel is in 2021 ook onderzaai van rietzwenk in mais onderzocht, waarbij de grond voor en na inzaai is bemonsterd. De resultaten hiervan volgen dit jaar nog. Barenbrug en WUR werken aan nog meer praktijkdata van het effect van grasgroenbemesters op het wortellesieaaltje P. penetrans. Ook wordt er in dit onderzoek gekeken naar het voor veel gewassen schadelijke maiswortelknobbelaaltje, Meloidogyne chitwoodi.