Onderhouden is natuurlijk stap twee, het zaaiproces moet eerst goed slagen. Zaaien kan het best in het voorjaar, rond eind maart of begin april. In het najaar is zaaien tot half september ook mogelijk, maar liever in augustus. ‘Wanneer je het beste zaait, hangt af van het ras dat je zaait. Zo heb je rassen die een langer groeiseizoen hebben maar minder winterhard zijn, en winterharde rassen die je minder vaak kunt maaien’, vertelt Tom Niehof, productmanager voedergewassen bij Barenbrug.
De variant met het lange groeiseizoen kan in het najaar nog opstarten, terwijl de meer winterharde rassen beter in het voorjaar gezaaid kunnen worden. ‘Zaaien doe je het best op percelen met kalkhoudende grond, luzerne vraagt om een pH van minimaal 6. En ga voor een niet al te onkruidgevoelig perceel omdat er weinig mogelijkheden in gewasbescherming zijn. Het liefst begin je de teelt dus zo schoon mogelijk’, aldus Niehof.
Als zaaibedvoorbereiding adviseert hij een rundveedrijfmestgift van 25 kuub, voor een goede fosfor- en kaliumvoorraad. Het zaad hoeft vervolgens niet diep de grond in, een centimeter diepte is genoeg. ‘De plant wortelt wel diep, wat ook een voordeel is van luzerne. Het gewas kan vrij goed tegen droogte, wat steeds vaker een belangrijke eigenschap. is bij een teelt.
Als de luzerne genoeg is gegroeid, kan het gemaaid worden. ‘Het is echt een maaigewas, je kunt – op een paar typen uitgezonderd – niet in luzerne weiden. Voor het maaimoment is het belangrijk om de bloemen in de gaten te houden. Van de vroege tot volledige bloei daalt de verteerbaarheid van luzerne 1 procent per dag door verhouting’, laat Niehof weten.