Maiskuil verliest kostbare energie
| 20 procent van de energie van de maiskuil wordt niet omgezet in melk en melkeiwit door broei en schimmels in de mais. Bovendien verhinderen schimmels en gisten een optimale penswerking. Met het inkuilmiddel Bonsilage Mais kunt u het verlies van energie van uw maiskuil beperken tot 5 procent. Een investering van gemiddeld € 60,- per hectare is daarmee snel terug verdiend. | |
 |
Voorkom broei in de maiskuil De maiskuil een energiebron voor schimmels en gisten. Azijnzuur voorkomt de groei van schimmels en gisten. Per kilo natte mais is 10 gram azijnzuur al voldoende om de schimmels en gisten te doden. De azijnzuurvormende bacteriën in Bonsilage Mais maken dit azijnzuur zeer snel aan. Gisten en schimmels worden gedood waardoor de kwaliteit van de mais toeneemt. De koe kan de kostbare energie uit de mais nu volledig gebruiken waar voor het bedoeld is, namelijk omzetten in melk en melkeiwit.
Smakelijke maiskuil Azijnzuur beïnvloed de smaak van de mais negatief. Daarom zitten er in Bonsilage Mais ook melkzuurvormende bacteriën. Deze bacteriën maken tot drie keer meer melkzuur dan azijnzuur aan waardoor de smaak van de mais zelfs beter is dan zonder inkuilmiddel. De combinatie van bacteriën in Bonsilage Mais is uniek en onovertroffen. |
| Met Bonsilage Mais heeft de maiskuil beduidend minder last van broei en schimmels. | |
| Bonsilage Mais zorgt ook voor een snelle en diepe conservering. Maiskuilen behandelt met Bonsilage Mais zijn na 6 tot 8 weken stabiel en blijft na opening lange tijd vrij van broei en schimmels. Daarnaast is het goed aanrijden van de maiskuil belangrijk om de lucht uit de kuil te krijgen en zorg voor een voersnelheid van 1,5 tot 2 meter per week. Lees hier meer over tips voor een goede maiskuil. | |
|
Maiskuil te droog? In een droge maiskuil komen azijnzuur en propionzuurvormende bacteriën veel minder voor. Dat is ook de reden dat deze maiskuilen gemakkelijk warm worden. Het toevoegen van Bonsilage Mais is daarom zeer aan te bevelen bij drogestofgehalten tussen de 32 en 38 procent. Ook een juiste voersnelheid van 2 meter per week in combinatie met een voldoende dik gronddek en een glad snijvlak zijn essentiële punten. Als u alles goed doet, minimaliseert u het verlies van 20 naar 5 procent. |
 |