Tips bij droogte
3 juli 2015 - Het is erg warm in Belgie. Advies is om zelf zoveel mogelijk water te drinken om uitdroging tegen te gaan. Maar hoe zit dat met gras? Ziet u uw grasmatje ook zo lijden onder de aanhoudende hitte en droogte? Moet de grasplant ook zoveel mogelijk water krijgen om niet uit te drogen? Hieronder zetten we aantal zaken rond gras, droogte en hitte op een rijtje.
|
||
Wat gebeurt er bij droogte? Simpel gezegd is droogte het uitblijven van neerslag. Hierbij treedt verdamping (evaporatie) op. Bij planten gebeurt dit in combinatie met transpiratie waarbij zij water via de huidmondjes verliezen aan de atmosfeer. Bij hitte is de temperatuur zodanig toegenomen dat de grasplanten meer transpireren en dus treedt er zowel veel evaporatie als transpiratie (evapotranspiratie) op. Wanneer de evapotranspiratie groter is dan de feitelijke neerslag, dan zal de bodem uitdrogen/verdrogen, tenzij je het tekort opheft door te gaan irrigeren.
|
||
Hebben alle grassen evenveel water nodig? Nee, er zijn grote verschillen ten aanzien hiervan tussen grassoorten. De meeste grassen stoppen met groeien als de temperatuur van 27 graden Celsius wordt overschreden. De combinatie van toename van de verdamping en stijgende temperaturen zorgt voor droogte stress. In de huidige situatie komen hitte en droogtestress zelfs tegelijkertijd voor.
Grassen reageren hier heel verschillend op. Engels raaigras is zeer inefficient als het gaat om het gebruik van water. Om de soort in goede conditie te houden moet er veel worden beregend. Voor veldbeemd is het een ander verhaal: deze soort kan met veel minder water toe , mits het juiste ras wordt toegepast. Roodzwenkgras doet het ook goed onder droge omstandigheden maar als dit gepaard gaat met hitte legt de soort het af. Rietzwenkgras heeft een prima tolerantie tegen hitte en droogte vanwege de diepe beworteling. |
||
Hoe ziet droogtestress eruit? In het algemeen leidt droogte tot verkleuring van het blad (verwelking) en stopt de groei. Het blad rolt zich ook wel op en de huidmondjes (stomata) sluiten zich. Naarmate de droogte langer duurt wordt het blad bruiner van kleur omdat de hoeveelheid chlorofyl in het blad afneemt met toenemende stress. Een ander symptoom van droogtestress is dat de grassen in een soort van zomerslaap gaan (dormancy). Als reactie op de stress verkleuren de grasbladeren direct naar een bruine kleur. Het lijkt alsof het gras doodgaat maar de basis van de plant (meristeem, groeipunt) leeft. Vooral grassen zoals veldbeemdgras weten via het mechanisme van ‘dormancy’ droogte- en hittestress te overleven dankzij een levendig ondergronds netwerk van rhizomen.
Wat gebeurt er als er niet of nauwelijks wordt beregend in een droge en hete periode? Zoals al eerder gezegd hangt dit ook sterk af van de soorten die zich in de grasmat bevinden. Het ongewenste straatgras heeft slechts korte wortels en is niet in staat reservers op te bouwen. De soort zal dan ook als eerste in de stress schieten en verkleuren. Soorten als roodzwenk- en veldbeemdgras zullen hiervan profiteren en kunnen zich beter in de grasmat gaan vestigen ondanks de droogte. Voordeel van deze soorten is dat zij als escape de ‘dormancy’ hebben. Een grasmat met overwegend Engels raaigras zal moeite hebben om te overleven en verkleurt (verwelkt) direct. Uiteraard speelt rassenkeuze hierbij een rol. |
||
Wanneer moet ik beregenen? Heel praktisch beschouwd zijn de beste beregeningsmomenten de momenten op de dag waarop de verdamping (en zonintensiteit) het laagste is. Dit betekent de vroege ochtend en ’s avonds zolang het nog licht is. Beregening in de schemer of duisternis heeft niet veel zin omdat de plant dan echt in ruste is, geen fotosynthese plaatsvindt en wateropname minimaal is.
|
||
Hoeveel moet ik beregenen? Ga in beginsel uit van een gift van 20 tot 25 mm per week indien je te maken hebt met een langere droogteperiode. Minder water heeft geen zin omdat je hiermee straatgras een kans geeft te overleven. Bij een uitgedroogde toplaag – waar we nu mee te maken hebben- verdient het aanbeveling eerst 5 mm te beregenen om de grond vochtig en beter doorlaatbaar te maken en vervolgens 20- 25 mm |