Engerlingen zijn de larven van onder andere de meikever, junikever of rozekever. Engerlingen hebben een crème-witte kleur, een lichtbruine kop, drie paar vrij lange borstpoten en een week zakvormig pootloos achterlijf. Ze liggen vaak krom.
De eieren worden in mei en juni afgezet door de kevers en de larven ‘eten’ zich vervolgens tussen juni en oktober naar boven. Engerlingen bevinden zich vlak onder de zode en vreten aan de wortels van de grassen. Bij sterke aantasting komt de zode volledig los op het oppervlak te liggen en kan zo worden opgetild. Met name bij droog weer sterft de grasmat af. De grootste schade wordt echter veroorzaakt door andere dieren die op zoek zijn naar deze lekkernijen, zoals kraaien, dassen en andere beesten. Engerlingen hebben een voorkeur voor goed doorlatende, enigszins losse zandgrond.
Als de temperatuur afneemt, gaan de larven weer dieper in de grond om te overwinteren. Op dat moment richten ze geen schade meer aan en is het zaak om de grasmat te herstellen. Indien dit niet gebeurt, zullen de kale plekken worden opgevuld met straatgras en onkruiden! Bij de huidige temperaturen is doorzaai met een traditioneel sportveldmengsel niet effectief. SOS komt juist bij lagere temperaturen goed tot zijn recht en zorgt er voor dat de mat weer hersteld de winter in gaat!