Drogen van graszaad

1. Het graszaad in een rug storten over ondergrondse ventilatiekanalen die afgedekt zijn met een fijnmazig kleed.
2. Een palletvloer aanbrengen boven de ondergrondse kanalen met daarop een fijnmazig kleed.
3. Een bovengronds kanaal met daaraan een palletvloer met daarop een fijnmazig kleed. Wanneer je op elke pallet een kleedje aanbrengt werkt dat gemakkelijker met het inschuren en uitschuren van de partij.
4. Een tunnel maken van pallets met daarover een kleed, waarbij je aan het uiteinde de ventilator plaatst en het andere einde afsluit.
5. Hetzelfde met rond gebogen betongaas.
6. Het drogen in aardappelkisten met daarin een droogzak. Dit is de methode die het minste werk vraagt. De meeste kisten die op de bedrijven aanwezig zijn hebben een inhoud van twee kuub. Hiervoor zijn droogzakken verkrijgbaar met nylon gaasbodem en geweven zijwanden. Deze zakken passen overigens ook uitstekend in kleinere kisten. Belangrijk is dat je de kisten niet voller doet dan 70 à 75 cm. Er zit dan ongeveer 1,5 m³ graszaad in een kist, zodat u 5 kisten per ha nodig hebt. In het midden van de kist breng je een kuil aan, zodat het zaad tegen de wanden van de kist opstaat. Dit geeft een goede droging, en je kan het zaad gemakkelijk loswerken met een bietengreep.
7. Ook bollenkisten (1 m³)met gaasbodem zijn geschikt voor het drogen van graszaad.

Met behulp van een hygrometer kan je het droogproces optimaal laten verlopen om de droogkosten zo laag mogelijk te houden. Je meet de luchtvochtigheid (buitenlucht) bij de inlaat van de ventilator. In onderstaande tabel vind je het minimale vochtpercentage van het zaad dat je bereikt zonder gebruik te maken van een kachel.

Met deze tabel kan je bepalen wanneer u een kachel moet gebruiken